Tijdens de inspectie wordt er gekeken naar het veilig gebruiken van de vaste elektrische installatie. De aandachtspunten zijn daarbij: brandgevaar, aanrakingsgevaar en continuïteit. Veelvoorkomende risico’s zijn vonkvorming, oververhitting, kortsluiting en zelfs explosiegevaar. De oorzaken zijn vaak maar klein:
Tijdens de NEN 3140 keuring beoordeelt de inspecteur de installatie van de verdelers tot de wandcontactdozen. Een inspectie bestaat uit:
In een NEN 3140 rapportage staat een goed onderbouwd oordeel over de installatie. Het eventuele reparatieadvies wordt in de rapportage opgenomen evenals de geadviseerde inspectiefrequentie en een oordeel over de toe- of afname van de veiligheid.
Als er reparaties uitgevoerd moeten worden, kunnen we de installatie na de reparaties opnieuw keuren. Je ontvangt dan een goedkeuringsrapport. Als wij de reparaties zelf uitvoeren, is een herinspectie op locatie niet nodig.
In een NEN 3140 rapportage staat een goed onderbouwd oordeel over de installatie. Het eventuele reparatieadvies wordt in de rapportage opgenomen evenals de geadviseerde inspectiefrequentie en een oordeel over de toe- of afname van de veiligheid.
Als er reparaties uitgevoerd moeten worden, kunnen we de installatie na de reparaties opnieuw keuren. Je ontvangt dan een goedkeuringsrapport. Als wij de reparaties zelf uitvoeren, is een herinspectie op locatie niet nodig.
Tijdens de inspectie wordt er gekeken naar het veilig gebruiken van de vaste elektrische installatie. De aandachtspunten zijn daarbij: brandgevaar, aanrakingsgevaar en continuïteit. Veelvoorkomende risico’s zijn vonkvorming, oververhitting, kortsluiting en zelfs explosiegevaar. De oorzaken zijn vaak maar klein:
Tijdens de NEN 3140 keuring beoordeelt de inspecteur de installatie van de verdelers tot de wandcontactdozen. Een inspectie bestaat uit:
In een Scope 10 rapportage wordt een goed onderbouwd oordeel over de brandveiligheid van de elektrische installaties opgenomen. Ook het eventuele reparatieadvies wordt in deze rapportage opgenomen.
Na de inspectie dienen eventuele gebreken te worden hersteld. In veel gevallen kunnen de elektromonteurs van Vaatstra dit voor je uitvoeren. Als dat het geval is, hoeft er geen herinspectie plaats te vinden. Je ontvangt dan de herstelverklaring.
Er zijn twee urgentieniveaus te onderscheiden tijdens een Scope 10 inspectie:
Bij niveau 1 is het brandgevaar zodanig dat het direct moet worden opgelost.
Bij niveau 2 is het brandgevaar zodanig dat het niet direct gevaar oplevert, maar wel binnen een periode van drie maanden moet worden opgelost. Na deze drie maanden komt de inspecteur opnieuw langs om de herkeuring uit te voeren en de inspectie af te melden.
In een NEN 3140 rapportage staat een goed onderbouwd oordeel over de installatie. Het eventuele reparatieadvies wordt in de rapportage opgenomen evenals de geadviseerde inspectiefrequentie en een oordeel over de toe- of afname van de veiligheid.
Als er reparaties uitgevoerd moeten worden, kunnen we de installatie na de reparaties opnieuw keuren. Je ontvangt dan een goedkeuringsrapport. Als wij de reparaties zelf uitvoeren, is een herinspectie op locatie niet nodig.
De scope 12 inspectie kent een onderscheid in een Eerste Bijzondere Inspectie (EBI) en een Periodieke Inspecties (PI). De werkzaamheden van de inspecties verschillen. Bij de EBI wordt een aantal zaken onderzocht die niet telkens bij een PI herhaald hoeven te worden. De EBI is vooral gericht op de kwaliteit van de aanleg: voldoet de installatie aan de geldende normen en de instructies van de fabrikant. Tijdens de PI wordt vooral de toestand van de installatie beoordeeld.
Naast de controle op de technische staat van de installatie zit in deze inspectie ook een risicocomponent met de controle op voldoende draagkracht van de bouwkundige constructie, de ventilatie van in-dak systemen, de brandbaarheid van dakmaterialen, de connectoren e.d.
Wat er wordt gecontroleerd op een rijtje:
De Scope 12 keuring wordt uitgevoerd door inspectiebedrijven met een geldig SCIOS certificaat dat is uitgegeven door een van de geaccrediteerde Certificatie-instellingen (CI). Een CI staat onder controle van de Raad voor Accreditatie. Ook inspectiebedrijven die een geldige certificatieovereenkomst met een CI hebben, mogen de inspecties uitvoeren.
Het inspectiebedrijf rapporteert aan de opdrachtgever over de inspectie conform de afspraken in het inspectieplan. De opzet en indeling van het inspectierapport dient aantoonbaar en herleidbaar te zijn met het inspectieplan. De documenten worden digitaal aangeleverd in PDF formaat.
Voor de frequentie van de inspectie geldt als algemene regel: een termijn voor de inspectie is leidend wanneer deze is opgenomen in een overeenkomst die betrekking heeft op de zonnestroominstallatie.
Voorbeelden van dergelijke overeenkomsten zijn:
Als er geen termijn voor de frequentie van de inspectie is vastgelegd in een overeenkomst, dan bedraagt de inspectietermijn 5 jaar.
Net als NEN 3140 en de Scope 10 is de Scope 12 niet wettelijk verplicht om de veiligheid van zonnestroom installaties te waarborgen. Maar veel verzekeraars stellen de Scope 12 keuring als verplichting om een brandverzekering af te kunnen sluiten. Als de zonnestroom installatie niet volgens de Scope 12 normen is gekeurd, kan de verzekering bepalen dat er een lager bedrag of zelfs niets vergoed wordt.