De zonnecollector wordt over het algemeen op het dak geplaatst. Het bestaat uit een buizenstelsel onder een glasplaat. In dit buizenstelstel zit collectorvloeistof die opwarmt door de zon. De temperatuur van de vloeistof kan oplopen tot wel 90°.
De opgewarmde collectorvloeistof uit de buizen van de zonnecollector wordt naar het voorraadvat geleid. Hier wordt de warmte aangegeven aan leidingwater. Omdat er niet continu zonlicht is om de vloeistof op te warmen, wordt er ook water in het voorraadvat opgeslagen.
De na-verwarmer kan het water in het voorraadvat tot de gewenste temperatuur brengen. De na-verwarmer kan je huidige cv-ketel of een nieuwe cv-ketel zijn (de cv-ketel moet dan wel voorzien zijn van een Gaskeur-NZ label).